Onzichtbaar - Onzichtbaar Part 26
Library

Onzichtbaar Part 26

'Rot op, Lemmer,' zegt ze en ze stapt in de Mercedes, maar ze kan een glimlach niet onderdrukken. Dan rijdt ze weg, zonder om te kijken.

Ik loop eerst naar de receptie van het ziekenhuis en vraag hun telefoonnummer. Ik toets het nummer in op mijn nieuwe mobiel. Dan ga ik naar de intensive care, waar Barry Minnaar al zit, tegenover twee politieagenten. 'Verlangde je zo naar me?' vraagt hij als ik aan kom lopen.

Ik knik in de richting van de lange arm. 'Heeft de lange arm nog iets gezegd?'

'Nou en of. Ze hebben hun baas gebeld.'

'Phatudi.'

'Ja, die.'

'Hij zal wel razen en tieren, maar hij blaft harder dan hij bijt.'

Barry haalt een opgevouwen papier uit zijn borstzak. 'Kopie van het contract van Le Roux. Phatudi kan blaffen wat hij wil.'

'We zijn vrienden tegengekomen op het parkeerterrein. Zwarte Jeep Grand Cherokee, TWS 519 GP. Bestuurder blank, kort donkerbruin haar, halverwege de dertig. De passagier zat weggedoken.'

'Hebben ze jullie wel vriendelijk gedag gezegd?'

'Hadden ze geen tijd voor. Ik ben bang dat de vriendschap over is.'

'Goed dat je het even vertelt.'

'Geef me jullie nummers, Barry,' zeg ik, met mijn mobiel in mijn hand.

Hij geeft ze. Daarna ga ik mijn spullen uit de vipsuite halen.

29.

Er staat een nieuwe hekwachter bij Mohlolobe. Sidney. Security Official. Ik vraag wanneer Edwin weer dienst heeft.

'Edwin is weg.'

'Weg?'

'Ja, meneer.'

'Hoe bedoel je?'

'Niemand weet waar hij is.'

Ik rijd door, naar de receptie. Dat kost een halfuur, want ik moet eerst wachten tot een troep olifanten de weg is overgestoken. Vier mannetjes, acht vrouwtjes en vier kalfjes, en ze hebben geen haast. Ze kijken naar de Audi zonder enig respect voor de 'voorsprong door techniek'.

Soe-zin is op haar post, druk bezig met een Amerikaan van middelbare leeftijd die aan het afrekenen is. Ze gooit geoefend het blonde haar over haar schouder en glimlacht haar perfecte tanden bloot terwijl ze 'of course, Mr Bradley, it's a pleasure, Mr Bradley' doet. Als hij wegloopt, kijkt ze op en de glimlach gaat over in een bezorgde frons als ze me ziet.

'Meneer Lemmer!' In het Afrikaans nog wel. Ze komt achter haar balie vandaan.

'Hallo, Susan.'

'We schrokken ons dood toen we hoorden van juffrouw Le Roux...' Ze komt bij me staan.

'O. Wie heeft het jullie verteld?'

'Inspecteur Phatudi was hier.'

'Natuurlijk.'

'Hoe gaat het met haar?'

'Een beetje beter.'

'Komt het wel goed?'

'Ik... Het is nog te vroeg om iets te zeggen.'

Ze legt een hand op mijn arm. 'En u, meneer Lemmer, gaat het wel?' Diepe bezorgdheid. Ze is goed, dat moet ik haar nageven.

'Met mij gaat het prima.'

'We weten helemaal niet wat er gebeurd is.'

'Ze wilden de auto kapen.'

Haar hand gaat van mijn arm naar haar mond. 'Een car-jack. Hier bij ons...'

'Susan, ik zoek Edwin, de jongen die bij het hek stond.'

Ze aarzelt even en zegt dan, iets formeler: 'Daar moet u Greg voor hebben.'

'Waar vind ik die?'

Ze brengt me naar het kantoor van Greg. Hospitality Manager, de bolle met het dunne, blonde haar en het rode gezicht.

'Hij is daarbinnen,' zegt ze. 'Zien we elkaar later?'

'Dank je, Susan.'

Ze loopt weg, haar billen mooi en rond in de kakibroek. En dat weet ze.

Greg is niet echt blij om me te zien en hij is nerveus, zijn handen verplaatsen voortdurend dingen op zijn bureau. Hij maakt eerst wat medelevende geluiden over 'het ongeluk', maar niet van harte. Geen wonder dat ze hem in een kantoor laten zitten. Ik vraag waar ik Edwin kan vinden. Zijn handen krijgen het nog drukker.

'De politie zoekt hem ook, maar hij is weg.'

'Waarheen?'

'Dat weet niemand. Hij is gisteren niet komen opdagen voor zijn werk, dus toen heb ik iemand gestuurd om hem te gaan halen, maar hij is ook niet thuis. Misschien is het gewoon oud en nieuw. Soms gaat personeel... als je ze het hardst nodig hebt.'

'Waar woont Edwin?'

'Het spijt me, die informatie mag ik niet verstrekken. Bedrijfsbeleid.'

'Ik kan hem misschien voor je vinden.'

'Het spijt me, ik mag het niet doen.'

'Oke,' zeg ik en ik draai me om.

'Meneer Lemmer...'

'Ja.'

'Het spijt me erg... maar er is de rekening van juffrouw Le Roux...'

'Ik weet zeker dat ze die komt betalen als ze hersteld is.'

'Ja, ja... Maar, begrijpt u me niet verkeerd, we horen dat ze er slecht aan toe is...'

'Dat klopt.'

'Wat moet ik dan doen?'

'Ik weet zeker dat het bedrijfsbeleid daarin voorziet, Greg. Gelukkig nieuwjaar,' zeg ik en ik loop naar buiten.

De gang is leeg. Ik blijf even vlak voor zijn deur staan. Ik hoor dat hij 'Shit' zegt, en dan de telefoon pakt en een nummer intoetst.

'Inspecteur Phatudi, alstublieft.'

Ik blijf niet staan wachten om te horen wat hij te melden heeft.

Op de onverharde weg terug naar het hek is de stofwolk achter de Audi zo dicht dat ik pas merk dat er een auto achter me rijdt als hij aanhoudend toetert. Ik kijk in de achteruitkijkspiegel. Door het stof heen zie ik vaag koplampen schijnen. Ik stop en stap uit, de Glock achter mijn rug. Een Land Rover stopt achter me. Dick. Senior Game Ranger. De kloon van Orlando Bloom. Hij stapt uit en komt aanlopen met een brede glimlach op zijn gezicht.

Ik steek de Glock achter in mijn riem.

'He man.' Hij steekt zijn hand uit alsof we oude vrienden zijn.

'Hai, Dick.'

We schudden handen. 'Hoe is het?'

'Prima. Met jou?'

'Zullen we instappen?' Hij gebaart met zijn arm. 'Leeuwengebied, weet je wel.'

Ik dacht dat een senior game ranger niet terug zou schrikken voor een leeuw, maar ik zeg: 'Goed,' en we stappen in de Audi. Hij ziet niet hoe ik de Glock uit mijn riem haal en hem tussen de stoel en het portier laat zakken.

Dick neemt zijn hoed van zijn hoofd en legt hem op zijn schoot. Zijn vingers plukken aan de rand. 'Ik heb gehoord wat er allemaal gebeurd is, man. Hectisch. Hoe gaat het met Emma?'

'Ze is stabiel, zeggen ze.' Is hij achter me aan geracet om te vragen hoe het met Emma gaat?

'Verschrikkelijk, man. Verschrikkelijk. En nu hoor ik van Susan dat het een autokaping was?'

'Ja.'

'Hectisch.'

'Dick, je bent me niet achterna geracet om te horen hoe het met Emma gaat.'

'Nou ja, een beetje wel...'

'Wat kan ik voor je doen?'

'Het is alleen... het is een coole chick, weet je, Emma...'

'Dat is ze zeker.'

'Werk je voor haar of zo?'

'Ja.'

'Wat doe je dan?'

'Ik ben haar bodyguard.'

Hij bekijkt me met nieuwe belangstelling. 'Awesome, man.' En dan: 'Ik wilde alleen zeker weten dat jullie, je weet wel... dat jullie geen stel zijn, of zo.'

'Dat zijn we niet.'

'Heeft ze iemand, of zo? Weet je...'

'Voor zover ik weet niet.'

'Denk je dat ik bij haar langs kan gaan? In het ziekenhuis?'

'Ze ligt in coma, Dick.'

'Dat hoorde ik. Maar ik bedoel, als ze beter is...'

Dick. Senior Game Ranger. Valt op Emma le Roux.

'Ik weet zeker dat ze dat zal waarderen.'